HET MUSEUM VOOR
HEEM- EN OUDHEIDKUNDE
STELT VOOR ...


VOORHISTORISCHE WONINGEN WEER BOVENGRONDS

Beeld je eens in: onze gemeente tienduizend jaar geleden. Geen opeengepakte huizen verbonden met slierten asfalt. Geen snelweg of spoorlijn. Geen drukte van duizenden mensen, auto’s, geen vliegtuigen in de lucht… Geen hoogspanningsleidingen, fabrieken, serrecomplexen, zelfs geen kale weiden, maar woestenij. Oerbos en ruige moerasvlakten. De ijstijd is voorbij, de mammoeten zijn verdwenen, de rendieren naar het noorden getrokken. Bosdieren zijn in hun plaats gekomen.

En de eerste mensen: het zijn zwervers die vruchten en zaden verzamelen, vis vangen en op wild jagen. Voor dat laatste hebben ze kleine wapens nodig die ze maken uit steen. In Kontich vonden we een stuk vuursteen dat typisch is voor deze mensen. Het heeft de vorm van een pennenmes. In het Duits heet dat Federmesser, wat de naam aan dit volk heeft gegeven. En we noemen deze periode de steentijd.

 
Vijfduizend jaar later: het klimaat is nog verbeterd. De mensen beginnen gewassen en dieren te kweken die meer en beter voedsel kunnen leveren dan de natuur. Zij bouwen grote boerderijen, rooien bossen voor akkers en grasland. Voor het koken van soep of graanpap en voor het bewaren van voedsel gebruiken ze potten uit aardewerk. Uit deze periode hebben we ook kleine werktuigen gevonden, maar geen gebouwen.

In de bronstijd wordt het iets warmer en droger dan vandaag. Bronzen voorwerpen hebben we hier nauwelijks aangetroffen, want je vindt hier geen koper of tin. Wel een waterput uit 1700 tot 1600 vóór onze tijdrekening, in Kontich-Kazerne. Onderzoek van het stuifmeel dat in de put bewaard bleef, toont aan dat de invloed van de mens op de natuur nog gering is: in de buurt bevindt zich een elzenbos, er wordt gerst gekweekt en er zijn sporen van hazelnoten, braambessen en frambozen.

Weer vijfhonderd jaar later blijkt de levenswijze veranderd te zijn. Opvallend is de nieuwe manier van begraven: de stoffelijke resten worden gecremeerd en in een urn in de grond geplaatst.
Vitrine Steentijd-Bronstijd
 

In 2006-2007 werd er niet ver van het voetbalveld aan de Duffelsesteenweg zo een urnenveld opgegraven. Het aardewerk is met de hand gevormd en ruw afgewerkt. Ook de woningbouw pakken ze anders aan. Het woonstalhuis wordt vervangen door een korter gebouw. Zo vonden we op de site Nachtegaalhoeve – niet ver van het urnenveld – een boerenerf met een hoofdgebouw en kleine opslagruimtes. Het is het oudste bewijs van bewoning in Kontich.

IJzer is veel sterker dan brons en is hier in de bodem te vinden: denk maar aan de IJzermaalberg! Toch duurt het nog tot de 8e eeuw v.C. dat het gebruik bij onze voorouders doordringt en dus ook de ijzertijd begint. Ze voeren veel degelijker en fraaier aardewerk in uit de Marnestreek of bootsen het na. Aan de kust wordt zout gewonnen dat ze naar hier vervoeren in zoutgootjes, een wegwerpverpakking van grijs aardewerk met schelpengruis. Een typisch boerenerf bevindt zich in de buurt van waar nu het containerpark is aan de Blauwesteen: een langwerpig woonhuis omgeven door een reeks graanschuurtjes.

   
Vroege IJzertijd
 
Midden IJzertijd
 
Late IJzertijd

In de eerste eeuw v.C. ontstaat er een kleine nederzetting rond een Keltisch heiligdom op de Alfsberg, dat bestaat uit een houten gebouw omgeven door een brede diepe gracht. Misschien doet de plaats dienst als vluchtburcht. Typisch voor deze periode zijn de kleurige glazen armbanden, waarschijnlijk afkomstig uit de buurt van Nijmegen.

Ook na de Romeinse kolonisatie blijven de inheemse boeren wonen in boerderijen van hout en leem. De huizen worden volgens een nieuw type opgetrokken met in het midden een rij van zware nokdragers. De zijwanden hebben een dubbele palenrij. Ook waterputten worden bekist met hout: in Kontich hebben we verschillende types aangetroffen.

   
Gallo-Romeinse Periode

In de eerste eeuw n.C. ontstaat er een Gallo-Romeins dorp tussen waar nu de Kauwlei, de Ooststatiestraat en de voormalige kazerne liggen. Er staat een tempelcomplex, voor een groot deel in steen gebouwd. Bij de opgravingen tussen 1964 en 1993 vonden we er de resten van minstens twee straten, geflankeerd door verschillende houten gebouwen. Daarachter liggen een aantal boerenerven: telkens een woning met bijgebouwtjes en een waterput. Aan de rand van deze vicus bevindt zich een pottenbakkersoven. Buiten het dorp moet nog een gebouw hebben gestaan: we vonden er resten van de voor die tijd typische vloerverwarming of hypocaustum. Ronde pijlertjes ondersteunen de vloer van de kamer. De warme lucht wordt verspreid in de holle ruimte eronder en in kokers die in de muur worden ingebouwd.

   
Gallo-Romeinse Periode

Gebruiksvoorwerpen zijn ondertussen luxueuzer geworden. Het gebruik van de draaischijf zorgt voor een betere productie van aardewerk. Terra sigillata (gestempeld aardewerk) wordt het luxetafelservies met een glanzende oranje tot rode kleur. Amforen worden ingevoerd uit het zuiden en dienen om wijn, olijfolie of vissaus te vervoeren en te bewaren. Ook flessen en glazen worden alledaagse voorwerpen. Rijke dames smukken zich op met kostbare sieraden. En om dat alles te betalen gebruiken ze Romeinse muntstukken.

Rond 250 n.C. maken aanhoudende invallen van Germanen de streek onveilig. De Romeinen trekken zich terug en de bevolking zoekt veiliger oorden op. Het betekent het einde van Gallo-Romeinse Kontich. Van de achthonderd jaar die nu volgen zijn er (nog) geen menselijke sporen bekend. Pas in de elfde eeuw is er sprake van Conteca wanneer een kerkje geschonken wordt aan de abdij van Lobbes in Henegouwen. De nieuwe bewoners van onze gemeente zijn op een totaal andere plek gaan wonen!

Deze geschiedenis van de eerste acht eeuwen bewoning in Kontich kan je voortaan op een verrassende manier volgen in ons museum voor heem- en oudheidkunde. De archeologische afdeling werd grondig vernieuwd en didactisch aangepakt. Blikvangers zijn de maquettes van vijf woningen die hier hebben gestaan. Telkens werd ook geïllustreerd hoe de mensen hier leefden, aten, zich kleedden en opsmukten, schreven, speelden enzovoort. Dat alles dank zij de enthousiaste inzet van de leden van AVRA, de Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie, in samenwerking met de Koninklijke Kring voor Heemkunde van Kontich en met de financiële steun van de Provincie Antwerpen en de materiële hulp van het gemeentebestuur en van de firma All-Archeo.

Hoog tijd voor de inwoners van Kontich van nu om een passend eerbetoon te komen brengen aan hun voorouders. Of ten minste aan wat ze ons hebben nagelaten!

Frank Hellemans i.s.m. Wim Van Craenenbroeck (AVRA) (Informatieblad mei 2011)

Lees ook "Kontich-Waarloos 500 vóór en 200 na het jaar nul. Huizen kijken: Alfsberg en Steenakker"

HOME

Created: 14/05/2011
© 2003 - MuseumKontich - Alle rechten voorbehouden